2020-10-26 18:58:43 | Het Outbreak Management Team als kapitein en veel stuurlui aan wal

[ad_1]

Gooi het land op slot, twitterde het Red Team op 22 oktober. Het kabinet heeft te lang gewacht met ingrijpen en nu loopt de situatie uit de hand. Er is maar één oplossing: een „sterke en kortdurende lockdown”.

Gooi het land open, zei Ira Helsloot, hoogleraar besturen van veiligheid, op 20 oktober op radiozender BNR. Het coronavirus is amper gevaarlijker dan een griepje, dus mensen moeten gewoon hun leven weer oppakken.

Gooi het over een andere boeg, schrijft opiniepeiler Maurice de Hond regelmatig op zijn blog. Niet handen wassen en anderhalve meter afstand moet de kern zijn van het beleid, maar ventilatie, luchtvochtigheid en luchtzuivering.

„Tegenwoordig is iedereen in Nederland expert”, constateert Marc Bonten, arts-microbioloog bij het UMC Utrecht en lid van het Outbreak Management Team (OMT), het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet. Hij ziet het als zijn taak om uit te leggen waarom het OMT tot bepaalde aanbevelingen komt – via Twitter, op tv en met stukjes in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. „Ik heb het er maar druk mee.”

Het is voor de virologen en microbiologen in het OMT niet gebruikelijk dat hun bevindingen zo driftig worden bediscussieerd in de publieke ruimte. „Bij discussies over antibioticaresistentie lopen de gemoederen een stuk minder hoog op”, aldus Bonten. „Het is voor het eerst dat ik dit op deze schaal meemaak”, zegt OMT-lid Marion Koopmans, hoogleraar virologie aan het Erasmus MC in Rotterdam, over de publieke bemoeienis.

Hoe ga je als expert om met commentaar dat wordt geleverd onder de felle lampen van het publieke debat? Ga je de discussie aan of probeer je je critici zoveel mogelijk te negeren? En, vanuit die critici gezien: hoe zorg je ervoor dat je serieus genomen wordt?

Complexiteitswetenschap

Voor Red Team-lid Bert Slagter begint de coronafascinatie eind december. Als het virus in januari ook buiten China opduikt, denkt hij: binnen een paar dagen gaan landen beperkingen instellen. „Ik heb een achtergrond in de complexiteitswetenschap. Daar zijn pandemieën een bekend fenomeen, omdat ze gaan over verbondenheid in de wereld. Bij een pandemie moet je ingrijpen in de connectiviteit. Maar tot mijn verbazing was er geen reactie, nergens in Europa.”

Ook Maurice de Hond is er vroeg bij. In februari valt het hem op dat veel uitbraken plaatsvinden in dezelfde klimaatzone. „Begin maart was er een Amerikaanse studie die dat ook constateerde. Op basis daarvan ben ik het internet gaan afstruinen. Ik kwam allemaal publicaties tegen over influenza die concluderen dat de verspreiding daarvan met luchtvochtigheid te maken heeft.” Bij corona vermoedt hij ook zo’n seizoenseffect. „Als de verspreiding alleen gaat via grote druppels en voorwerpen, hoe kan het dan dat het in de winter sneller gaat dan in de zomer?”

Begin april ziet hij een filmpje van een Japanse professor over aerosolen. „Hoe dieper ik ging, hoe meer ik bewijs zag dat het virus makkelijker toeslaat als je het inademt dan wanneer je een grote druppel in je neus krijgt.”

Als de coronacrisis in maart het land overrompelt, behoren Slagter en De Hond tot de eerste critici van het beleid. Slagter ventileert zijn standpunten via Twitterdraadjes, waarin hij de werking van exponentiële groei uitlegt en oproept tot sneller en strenger ingrijpen. De Hond schrijft op 22 maart zijn eerste blog. „Rond 1 april heb ik naar politici en mensen die ik kende in de media gestuurd: pas op, door de luchtvochtigheid en de slechte staat van ventilatiesystemen in zorginstellingen verspreidt het zich daar snel.”

Voor experts is het lastig dit soort kritiek te negeren. De opmerkingen van Slagter en De Hond worden al snel veel gelezen. Bovendien willen media, met name panels en talkshows, graag discussie aan tafel – dus worden naast OMT-leden als Marion Koopmans en Andreas Voss critici uitgenodigd. De Hond zit op 19 april bij tv-programma Op1, Bert Slagter zit daar op 1 mei. Ook andere critici schuiven aan. Ira Helsloot zegt op 30 maart dat er verhoudingsgewijs te veel geld wordt uitgegeven om de levens van coronapatiënten te redden.

Hoe verder de coronacrisis vordert, hoe luider de kritiek klinkt op de eenzijdige samenstelling van het OMT, dat vooral bestaat uit virologen en microbiologen. Dit is een van de gedachten achter de oprichting van het Red Team, eind juli. In deze onofficiële tegenspreker van het OMT, geleid door oud-hoofdinspecteur van Volksgezondheid Wim Schellekens, zitten twaalf wetenschappers vanuit verschillende disciplines, onder wie Slagter, gezondheidseconoom Xander Koolman en veldepidemioloog Arnold Bosman.

Illustratie Gijs Kast

„Er zijn eigenlijk maar twee vragen van belang bij het bestrijden van corona”, zegt Bosman. „Wat doet het virus? En wat doet de mens? Het lijkt erop dat het RIVM alleen het eerste belangrijk vindt. Dat kan ik me voorstellen, want de bestudering van gedrag wordt als een softe wetenschap gezien.” Toch moet je bij het uitbrengen van advies aan de regering ook onderzoeken hoe mensen reageren op de maatregelen en hoe ze het beste bereikt kunnen worden, aldus Bosman. „Als het RIVM zegt: het is belangrijk dat positief-getesten in quarantaine gaan, dan moet je erachter komen wat de triggers zijn waardoor mensen zich er niet aan houden.”

Niet onder de indruk

Inmiddels heeft het OMT zo’n negen maanden ervaring met de bemoeienis van buitenaf. Kritiek kan je scherp houden, daarover zijn Bonten, Koopmans en Jan Kluytmans, arts-microbioloog in het Amphia Ziekenhuis in Breda en ook OMT-lid, het eens. Bonten: „Vragen dwingen je om heel goed te formuleren. Je moet opletten dat je niet iets opschrijft wat je zelf niet begrijpt. Je voelt ook aan waar de vragen liggen, wat mensen bezighoudt. Bijvoorbeeld dat het beeld is ontstaan dat de PCR-test niet klopt. Dat is natuurlijk enorme kul, maar hoe leg je dat uit?”

Hier komt Bert Slagter goed van pas: in augustus twittert hij op eigen initiatief een draadje over de betrouwbaarheid van PCR-tests. „Ik zei tegen de arts-microbiologen: er zijn video’s op Facebook die zeggen dat de PCR-test niet deugt, die krijgen 300.000, 400.000 views. Zij zeiden dat ze daar nog nooit over hadden nagedacht, omdat het voor hen evident fout was wat er in die filmpjes werd beweerd .” Een aantal details bespreekt hij van tevoren met Marion Koopmans. Die vindt het prima dat hij dat draadje maakt: „Bert Slagter kan dingen goed uitleggen.”

Maar inhoudelijk zorgen de critici niet voor nieuwe perspectieven, zeggen de OMT’ers. Van De Honds inzichten over aerosolen zijn ze niet onder de indruk. Jan Kluytmans: „Dat het virus zich via aerosolen kan verspreiden, bestrijden wij helemaal niet. De discussie gaat over de mate waarin en over welke mate van ventilatie zal voorkomen dat mensen besmet raken.” Koopmans: „Hij is daar heel stellig in, maar ik vind de wetenschap daarover lang zo eenduidig niet. Ik zou zelf nooit durven te zeggen dat ik precies weet hoe het zit.”

Als wetenschapper moet je je eigen begrensdheid erkennen, zegt ook Marc Bonten. „Over aerosolen voel ik mijzélf zelfs niet deskundig. Gelukkig zijn anderen in het OMT dat wel. Wat De Hond zegt klinkt mij allemaal wel erg makkelijk. Het wijst allemaal in één richting, dan weet je bij voorbaat dat het biased is.”

Op het Red Team hebben ze andere kritiek: hun adviezen zijn te vaag, te vrijblijvend en soms te losgezongen van de realiteit. Bonten: „Als je geen officiële rol hebt, kun je vanaf de zijkant gemakkelijk dingen roepen. En ze gaan voorbij aan de realiteit van de dag. Je kunt wel zeggen dat iedereen elke dag getest moet kunnen worden, maar dat kan gewoon niet.”

Volgens Jan Kluytmans is er wetenschappelijk gezien geen verschil van inzicht tussen het Red Team en het OMT. „Ik denk dat de discussie veel meer gaat over de maatschappelijke effecten en navolging dan over de harde wetenschap. De vraag is: wanneer zet je welke middelen in, en hoe hard ga je handhaven.”

Illustratie Gijs Kast

Bert Slagter bevestigt dat. Hij ziet zelf maar één punt waarop hij echt met het OMT van mening verschilt: over het handelen in onzekerheid. „Bijvoorbeeld bij de vraag: bestaat er zoiets als verspreiding via aerosolen? Je kunt beter de aanname doen dat het wel een rol speelt. In het ergste geval heb je heel Nederland voorzien van fantastische ventilatie.”

Eigenlijk zegt Kluytmans iets soortgelijks. „De tijdsdruk is nu ongekend groot, er moeten beslissingen worden genomen voordat we de resultaten van bepaalde onderzoeken hebben. Lees ook een interview met Bert Slagter (Red Team): ‘Met te lichte maatregelen blijven we aanmodderen’

Dat is een moeilijk spanningsveld. Neem bijvoorbeeld mondkapjes: zo lang er geen sluitend bewijs voor is, kan de wetenschap niet beweren dat ze werken. Maar dat wil niet zeggen dat er geen argumenten zijn om ze verplicht te stellen.”

‘Ken je beperkingen’

Het is lastig voor wetenschappers om in een gepolariseerde discussie te belanden, zoals over mondkapjes, zegt Jan Kluytmans. Veel mensen die zich er vanuit een bepaald standpunt tegenaan bemoeien onderschatten hoe moeilijk het is om goed onderzoek te doen. „Wetenschap is experimenteel werk voor een belangrijk deel. Je moet je beperkingen goed kennen en je gegevens voorzichtig interpreteren. Bij de internationale toptijdschriften word je echt op de pijnbank gelegd. Met alle respect, dat is wel wat anders dan een opiniestuk schrijven in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, zoals Maurice de Hond heeft gedaan.”

Het is een centrale vraag in deze crisis, zegt Koopmans: wat moet de rol van de wetenschapper zijn in het publieke debat? „Moet je als wetenschapper ook science advocate zijn, en hoe doe je dat dan? Ik heb op mijn afdeling mensen die zeggen: ik doe alleen wetenschap. En dat is ook goed. Zelf kies ik ervoor ook het debat aan te gaan.” Zo is ze veel tijd kwijt met mails beantwoorden – in de eerste maanden waren dat er tientallen per dag. „Ze komen van mensen die literatuur lezen, erover nadenken en dan zeggen: ‘Ik wil me nergens mee bemoeien, maar…’” Ook op Twitter gaat ze inhoudelijk de discussie aan, ze is er zo een uur per dag mee bezig.

Jan Kluytmans is minder enthousiast over Twitter. „In het begin van de coronacrisis haalde ik er veel kennis vandaan, nu vrijwel niet meer. Ik vind het geen enkele constructieve bijdrage aan de discussie leveren.” Half oktober verwijderde hij zijn account. „Ik heb m’n handen vol aan het werk dat we hier moeten doen, dat kost veel tijd, en dan kies je wel waar je verder tijd in stopt.”

Tussen het OMT en prominente critici is er wel wat contact geweest. Er was de samenwerking tussen Koopmans en Slagter bij het PCR-Twitterdraadje. Begin juni werd Maurice de Hond uitgenodigd om te komen praten; een uur lang wisselde hij van gedachten met OMT’ers.

Maar daar bleef het tot dusver bij. Het Red Team mocht komen spreken in de Tweede Kamer, maar het aanbod van het team om advies te geven werd door zowel het OMT als het ministerie van VWS afgewezen.


Lees ook: De kritische burger wil gehoord worden

Publieke kritiek kan ook schadelijk zijn, zeggen de OMT’ers. Die kan voor verwarring zorgen, waardoor mensen zich minder goed aan de regels houden. Het is gezond om de discussie breder te voeren dan alleen in het eigen wetenschappelijke kringetje, zegt Koopmans, „maar in toenemende mate krijg je: ‘wetenschap is ook maar een mening’.” Bonten: „Mensen die luisteren naar een discussie over aerosolen of groepsimmuniteit kunnen gaan twijfelen en partij kiezen voor het standpunt dat hen het beste uitkomt.”

Bij sommige critici is er intussen lichte frustratie over de resultaten van hun inspanningen. Maurice de Hond vraagt zich af waarom de media zo weinig ruimte bieden aan zijn geluid. „Ik vind het opmerkelijk dat er nog nooit een interview met mij is geweest in de Volkskrant of NRC. Als het over andere onderwerpen gaat, heb ik wél het gevoel dat journalisten het fijn vinden om iemand er tegenover te zetten die iets anders vindt.”

Veldepidemioloog Arnold Bosman, die zich twee dagen per week inzet voor het Red Team, ziet nog te weinig resultaat. „Ik doe dit onbezoldigd. Onze nota’s worden bijna letterlijk gequoot door politici, maar het effect ervan zien we nog niet in het beleid.” Mede-teamleden spreken hem soms toe: dit heeft tijd nodig. „Die zeggen: we moeten een constructieve toon houden. Maar ik denk soms: of we moeten harder praten, of we houden ermee op.”



[ad_2]

[sc name=”link-naar-bron” sourcelink=https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/26/het-outbreak-management-team-als-kapitein-en-veel-stuurlui-aan-wal-a4017483]

[sc name=”bronvermelding”]

Leave a Reply