2021-01-22 16:47:12 | Waar blijven die nieuwe regels rond werk? ‘Het is oorverdovend stil’

[sc name=”w3-main” provlink=”http://nieuwsuitmijnstad.nl/category/provinciaal/provincie-zuid-holland” logoprov=”https://i.ibb.co/wLJcSLR/Logo-Province-Zuid-Holland.png” logoalt=”Nieuws uit mijn stad – Provincie Zuid-Holland – http://nieuwsuitmijnstad.nl” content=”

De regels rond werk moeten volledig op de schop. De grote hoeveelheid flexwerk leidt tot ongelijkheid én is een bedreiging voor de economie. Die boodschap klonk precies een jaar geleden in de Fokker Terminal in Den Haag, waar een adviescommissie, in opdracht van het kabinet, .

„Er dreigt een tweedeling tussen goed beschermde en goed toegeruste werkenden en slecht beschermde en slecht toegeruste werkenden”, zei commissievoorzitter Hans Borstlap, een voormalig topambtenaar en lid van de Raad van State. En veel flexwerk is „slecht voor onze productiviteit”, onder meer omdat werkgevers weinig investeren in de scholing en ontwikkeling van flexwerkers.


Lees ook: 47 adviezen over de arbeidsmarkt – dit zijn de belangrijkste

De commissie-Borstlap kwam met voorstellen om de arbeidsmarkt te repareren. Flexwerk moet flink worden ingeperkt; het vaste contract moet weer de norm worden. Maar tegelijk moeten mensen met een vast contract een deel van hun rechten inleveren. Zodat het voor werkgevers aantrekkelijker wordt om mensen in vaste dienst te nemen.

Het kabinet drong er bij vakbonds- en werkgeversvoorzitters op aan om snel met elkaar in gesprek te gaan over nieuwe regels rond flexwerk, zzp’ers en sociale zekerheid. Als zij samen tot een akkoord zouden komen, is de kans groot dat hun plannen rechtstreeks in het regeerakkoord van een nieuw kabinet belanden.

‘Veel bombarie’

Voor politieke partijen is het erg handig als zij wetten doorvoeren met steun van werkgevers- én werknemersorganisaties. Dan is de kans groot dat ook oppositiepartijen de plannen steunen. „Met veel bombarie zeiden we toen: we gaan ermee aan de slag”, zegt voorzitter Piet Fortuin van vakbond CNV.

Vóór de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 zou er een akkoord liggen, was het idee. Maar er ligt nog niks. En er zit nog weinig vaart in de gesprekken, blijkt uit een rondgang langs de hoofdrolspelers.

Werkgevers zijn huiverig om vaste arbeidscontracten aan te bieden

Cees Oudshoorn directeur VNO-NCW

„Het is oorverdovend stil”, zegt Fortuin. Deels omdat de sociale partners het afgelopen jaar druk waren om met het kabinet steunpakketten op te tuigen en de economie te stutten. Maar ook omdat vakbonden en werkgevers radicaal van mening verschillen over wat nou eigenlijk de kern van het probleem is.

„De basis ontbrak”, zegt bestuurslid Zakaria Boufangacha van vakbond FNV. „Onze analyses verschilden, en dan heb je verschillende waarheden. Werkgevers bleven hangen in: is flex wel doorgeslagen? Is het niet een beperkte groep? De moed zakte me in de schoenen.”

Cees Oudshoorn, directeur van werkgeversorganisatie VNO-NCW, zegt dat hij de problemen rond flexwerk erkent. Maar hij ziet dat als symptomen van het echte, onderliggende probleem: „Werkgevers zijn huiverig om vaste arbeidscontracten aan te bieden. En er zijn allerlei prikkels die andere contractvormen aantrekkelijker maken.”


Lees ook: De coronacrisis is een ‘onvoorstelbare gamechanger’ voor de arbeidsmarkt

De werkgeversorganisaties willen het vaste contract onder meer „wendbaarder” maken, zoals de commissie-Borstlap dat noemde. Dat kun je bijvoorbeeld doen, schreef Borstlap, door het voor werkgevers makkelijker en goedkoper te maken om personeel te ontslaan. Vakbonden moeten daar juist niets van hebben. „Dat ís de afgelopen jaren al gebeurd”, zegt FNV’er Boufangacha. „De ontslagvergoeding is nog maar de helft van wat die tien jaar geleden was.” Daar sluit Fortuin van het CNV zich bij aan. „We moeten voorkomen dat het vaste contract straks ook flexibel wordt. Mensen zoeken zekerheden.”

Voorzichtige gesprekken

Deze maand zijn de gesprekken tussen vakbonden en werkgevers alsnog – heel voorzichtig – op gang gekomen, vooral tussen Boufangacha en Oudshoorn. Ze hopen dat ze hun gezamenlijke voorstellen kort voor de verkiezingen kunnen presenteren in een adviesrapport van de Sociaal-Economische Raad. In dat gezaghebbende adviesorgaan zitten drie werkgeversorganisaties, drie vakbonden en onafhankelijke deskundigen: ‘kroonleden’.

VNO-NCW is optimistisch. „We hebben goede gesprekken”, zegt Oudshoorn. Hij hoopt op een akkoord, ook om te voorkomen dat de arbeidsmarkthervorming straks bedacht wordt door politici en ambtenaren. „Den Haag is een beleidscentrum dat vaak weinig oog heeft voor de praktijk”, zegt hij. „Dan krijg je al snel beleid op basis van beelden, in plaats van feiten. Op basis van fake news.” Hij verzint het beleid daarom liever zelf, samen met de vakbonden.

Toch blijft onzeker of ze er samen uit komen. Niet alleen omdat hun mening ver uiteenloopt, óók omdat ze allebei een achterban hebben die akkoord moet gaan met een compromis. Gaat de uitzendbranche het bijvoorbeeld accepteren als uitzendkrachten straks veel duurder worden, en alleen maar voor korte periodes ingehuurd mogen worden? En zal de FNV-achterban ooit akkoord gaan met inperken van de rechten van vaste werknemers?


Lees ook: Kapitalisme wordt wat socialer in verkiezingsprogramma’s grote partijen

Ook valt op dat de vakbonden, vooral de FNV, amper bereid lijken te zijn tot het sluiten van een compromis. Zij voelen zich gesteund door de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen, die op sociaal-economisch gebied veel linkser zijn geworden. Zelfs de VVD pleit nu voor een hoger minimumloon. „Dertig jaar lang heeft er een neoliberale wind gewaaid”, zegt Boufangacha. „De komende dertig jaar gaan we misschien wel veel meer terug naar het sociale denken en collectiviteit. Ik denk dat de werkgevers daarom nu veel meer water bij de wijn moeten doen.”

Toch wil ook Boufangacha zijn best doen een polderakkoord te sluiten, zegt hij. „Anders moeten we nog maar afwachten of het volgende kabinet de arbeidsmarkt echt gaat verbeteren. En niet, zoals dit kabinet, de belangrijkste problemen doorschuift.”

WAT WILLEN DE ACHT GROOTSTE PARTIJEN?
 
Flexwerk
Inperken en fors duurder maken dan vast personeel

Flexwerk moet radicaal worden ingeperkt, adviseerde de commissie-Borstlap. Nederland kent veel flexwerkers, ook vergeleken met andere westerse landen. Juist mensen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt, zoals laagopgeleiden en mensen met een migratieachtergrond of arbeidshandicap, werken het vaakst op zo’n flexibel contract.

Politiek Den Haag heeft deze analyse omarmd. Flexwerk moet fors duurder worden, schrijven de meeste partijen in hun verkiezingsprogramma. Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken, D66) heeft al een begin gemaakt: sinds vorig jaar betalen werkgevers een hogere WW-premie voor werknemers met een tijdelijk contract.

De meeste partijen willen flexwerkers nóg duurder maken voor werkgevers. D66 en de ChristenUnie stellen een ‘flextoeslag’ voor, die de flexwerker zelf ontvangt. Ook dat idee komt van Borstlap. De VVD draait het om: flexwerkers moeten niet duurder worden, maar vaste krachten goedkoper.

Zeven van de acht partijen willen de „wildgroei aan flexcontracten”, zoals D66 het noemt, tegengaan. Nulurencontracten, oproepcontracten, payrolling: de commissie-Borstlap wilde het allemaal afschaffen. Er zouden maar drie soorten werk overblijven: in loondienst (tijdelijk of vast), als zelfstandig ondernemer, of via een uitzendbureau. Ook op dit punt wijkt de VVD af. Die wil „moderne contractvormen” behouden.

Vast dienstverband
Minder stevige bescherming, of niet?

De commissie-Borstlap was stellig: als flexwerk wordt ingeperkt, moet het voor werkgevers ook aantrekkelijker worden om mensen een vast contract te geven. Bijvoorbeeld door hun ontslagbescherming te versoberen, of door een ‘deeltijdontslag’ mogelijk te maken. Dan mag een werkgever zijn personeel onder bepaalde omstandigheden dwingen om minder uren te gaan werken.

Voor dit aspect is weinig aandacht in de verkiezingsprogramma’s. Alleen de VVD en de ChristenUnie doen concrete voorstellen. Een werkgever die iemand wil ontslaan die niet goed functioneert, mag nooit meer tegengehouden worden door de rechter, vindt de VVD. Wel zal de rechter het ontslagverzoek beoordelen: als het slecht onderbouwd is, moet een hogere ontslagvergoeding betaald worden. Dat was een idee van de commissie-Borstlap.

De ChristenUnie heeft een variatie bedacht op het ‘deeltijdontslag’ dat Borstlap voorstelde. De partij wil een nieuw soort arbeidscontract, dat bijvoorbeeld voor 80 procent van de uren een vast dienstverband is, en voor 20 procent tijdelijk.

Wel willen vrijwel alle partijen werkgevers tegemoetkomen in hun loonkosten voor ziek personeel. Nu moeten zij twee jaar lang loon blijven betalen aan hen. Daarna krijgen ze een uitkering. De meeste partijen willen dat alle werkgevers, of alleen de kleinere, slechts één jaar lang loon moeten blijven betalen. Het tweede jaar wordt dan bijvoorbeeld vergoed door de overheid.

Zelfstandig ondernemers
Verplichte verzekering en minder belastingvoordeel

Iedereen heeft een andere motivatie om zzp’er te worden: de vrijheid, het ondernemerschap, het avontuur. Maar nu is het vaak ook financieel voordeliger om bepaald werk door een zelfstandige te laten verrichten. Je hoeft geen sociale premies voor hen af te dragen én ze hebben allerlei belastingvoordelen.

Weinig landen kennen zulke ruime belastingvoordelen voor zelfstandig ondernemers als Nederland, concludeerde Borstlap. Die moeten allemaal weg, staat in zijn rapport. Zzp’ers worden dan alleen fiscaal beloond zodra zij écht ondernemerschap tonen: bij investeringen in kapitaal.

In deze kabinetsperiode is al besloten om het belastingvoordeel van zelfstandigen, de ‘zelfstandigenaftrek’ af te bouwen, van 7.030 euro nu naar 3.240 euro in 2036. D66, CDA, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie willen dat nog verder afbouwen.

Het kabinet-Rutte III heeft ook beloofd om met een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers te komen. Het wetsvoorstel is er nog niet, maar het lijkt zeker dat een volgend kabinet dit voornemen doorzet. VVD, CDA, D66, GroenLinks, PvdA, ChristenUnie: allemaal noemen zij zo’n verzekeringsplicht in hun programma.

Scholing
Levenslange studiebeurs voor iedereen

Het moet gemakkelijker én aantrekkelijker worden om tijdens je loopbaan cursussen of opleidingen te volgen, vinden de meeste partijen.

De commissie-Borstlap stelde voor om iedere Nederlander bij geboorte een levenslange studiebeurs te geven, waar je een universitaire studie mee kunt betalen. Wie vervolgens een mbo-opleiding doet, of geen opleiding, houdt het meeste geld over en kan dat als volwassene gebruiken voor bij- of omscholing.

Op die persoonlijke leerrekening kunnen tijdens de loopbaan bijdrages worden gestort door werkgevers en de werknemer zelf. Zo’n leerrekening staat in de programma’s van de vier coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Al schrijven ze niet precies hoe die eruit moet zien.

De PvdA stelt voor om werkenden iedere twee jaar een loopbaangesprek te laten voeren met een onafhankelijke deskundige, bijvoorbeeld van de vakbond of uitkeringsinstantie UWV. Daar kunnen ze bespreken of hun kennis en vaardigheden nog op peil zijn en wat hun baankansen zijn als ze hun huidige baan kwijtraken. Ook dit adviseerde de commissie-Borstlap. CDA en ChristenUnie komen met soortelijke voorstellen.

Werklozen
Meer begeleiding en de melkertbaan komt terug

Werklozen moeten veel intensiever begeleid worden naar een nieuwe baan, vond de commissie-Borstlap. Ambtenaren hebben nu te weinig tijd voor hen. In de verkiezingsprogramma’s blijft onduidelijk of dat gaat veranderen. VVD, D66 en GroenLinks schrijven weliswaar op dat ze intensievere begeleiding willen, maar pas bij de doorrekening van hun programma door het Centraal Planbureau, begin maart, wordt duidelijk hoeveel geld ze daarvoor uittrekken.

Borstlap bepleitte ook gesubsidieerde ‘basisbanen’ tegen het minimumloon, voor mensen die een gewone baan niet aankunnen. Deze variant op de oude melkertbanen werd vorig jaar ook voorgesteld door een ander adviesorgaan, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Daar is veel draagvlak voor: CDA, D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie willen dit.

De VVD en D66 willen de WW-uitkering in de eerste maanden na ontslag hoger maken, en in de maanden daarna lager. Dat is verstandig, schreef Borstlap in zijn rapport. Want als de overheid werklozen intensiever gaat begeleiden, zullen zij waarschijnlijk sneller een baan vinden. En dan is het fijn als zij er direct na hun ontslag amper in inkomen op achteruitgaan. Nu begint de WW-uitkering op 75 procent van het laatstverdiende loon.

” sourceimage=”” citylink=”http://nieuwsuitmijnstad.nl/Den Haag/2021-01-22-164712-waar-blijven-die-nieuwe-regels-rond-werk-het-is-oorverdovend-stil/” source=”NRC” ][/sc]

Leave a Reply