2021-01-22 16:50:07 | De teleurstelling van de jongeren is veranderd in gelatenheid

[sc name=”w3-main” provlink=”http://nieuwsuitmijnstad.nl/category/provinciaal/provincie-zuid-holland” logoprov=”https://i.ibb.co/7Vb4LvZ/Logo-Province-Noord-Brabant.png” logoalt=”Nieuws uit mijn stad – Provincie Noord-Brabant – http://nieuwsuitmijnstad.nl” content=”

Daan de Glee (18) uit Barneveld had het voor de kerstvakantie „behoorlijk gehad” met het online studeren, de gesloten horeca en zijn vaste vriendengroep niet met z’n allen kunnen zien. Hij studeert biologie aan de Universiteit Utrecht en had zin om nieuwe mensen te leren kennen, en een nieuwe stad, maar daar komt weinig van terecht. „Ik heb uitgerekend dat ik mijn klasgenoten in een half jaar nu in totaal acht keer heb gezien. Normaal doe je daar twee weken over.”

NRC volgt sinds de eerste lockdown acht jongeren die in coronatijd eindexamen hebben gedaan en nu eerstejaars student zijn. Hoe vinden ze het om maandenlang online colleges te volgen? Hoe vaak zien ze vrienden en hoe ziet hun lockdownleven er verder uit?

Wat deze eerstejaars vooral zwaar vinden, is dat moet komen. Voor studie, voor sport. Daan de Glee maakt er grappen over met studiegenoten: „Wij zeggen regelmatig dat we een doe-het-zelfcursus biologie doen. Je koopt een paar boeken, volgt wat online lessen en verder moet je het maar uitzoeken.” Jolene Bierman (18) uit Zevenbergen doet de zorgopleiding van Defensie. Normaal sport ze zeker drie keer per week. Ze traint ook op school – de sergeant laat ze door het zand kruipen, een berg op rennen en zich optrekken. Nu heeft ze weken geleden een trainingsschema meegekregen om thuis te volgen. „Ik ben er nog niet aan begonnen.” Ze vindt het lastig om zichzelf te motiveren, zegt ze.

Ruben Poelhekke (18) uit Vreeland komt na al die maanden met beperkende maatregelen ook steeds later op gang. Zijn gebrek aan motivatie ligt deels in zijn karakter, zegt hij, maar is in coronatijd duidelijk erger geworden. De laatste weken heeft hij meer stress van zijn studie technische bestuurskunde. Hij werkt aan „een zwaar project” voor het vak systeemmodelleren en heeft binnenkort een tentamen voor een ander vak. „Ik ben bang dat ik niet genoeg tijd heb om daarvoor te leren. Misschien had ik eerder moeten beginnen.”

Het is bijna 1 februari en studenten die voor die datum stoppen met hun studie, krijgen de helft van het collegegeld terug. De Glee: „Dat merk ik heel erg, in mijn groep zijn al vier mensen afgehaakt. Ze vinden de studie niet leuk of hebben de eerste tentamens niet gehaald.” Ruben Poelhekke heeft één vak niet gehaald, „maar dat is geen reden om te stoppen. Ik heb de juiste studie gekozen.”

Ook Daan de Glee wil zijn eerste jaar afmaken. Hij volgt elke dag alle colleges en maakt samenvattingen van de stof. Toch heeft hij zijn eerste vakken maar nét gehaald, na een herkansing. Door de tegenvallende cijfers daalde zijn motivatie in december enorm. Hij werkte zó hard, waarom haalde hij onvoldoendes? Na een paar weken somberheid maakte hij een afspraak met een studiebegeleider. „Dat was geweldig. Door hem heb ik een nieuwe manier van leren gevonden.” Hij gaat niet meer álle stof leren en overal samenvattingen van maken. „De tentamenvragen worden gemaakt vanuit de leerdoelen, dat wist ik niet. Ik leer nu alleen het allerbelangrijkste en neem daar meer tijd voor. De hoeveelheid stof die ik bestudeer is gehalveerd.”

Ruben zou dit jaar naar Argentinië gaan en bij een gastgezin wonen. Daan en Jolene zouden allebei stage lopen – Jolene in de ouderenzorg, Daan bij een biologiedocent op een middebare school – maar dat gaat ook niet door. „Ik had wel zien aankomen dat de stage zou worden afgelast, ik hoopte alleen toch dat dit wél door zou gaan, dat één ding je toch gegund is in deze tijd.” Voor hun leeftijdsgroep volgt sinds maart vorig jaar de ene teleurstelling na de andere. Geen diploma-uitreiking, geen examenreis, geen zomer vol feesten en geen vrolijk, vrij begin van de studententijd. Ruben Poelhekke werd achttien en mocht ineens niet meer voetballen, alleen onder de achttien werd teamsport toegestaan. „Ik heb twee maanden bijna niet bewogen toen voetbal was gestopt. Ik ging ook met de auto naar vrienden in plaats van op de fiets.”

Voortdurend aanpassen

In korte tijd teleurstelling op teleurstelling moeten verwerken, en je steeds moeten aanpassen aan een nieuwe situatie – is die ervaring handig voor later? „Uit mijn praktijk ken ik peuters en kleuters die veel zijn verhuisd. De kinderen waren moe en somber”, zegt kinder- en jeugdpsycholoog Marga Akkerman. „Ze moesten zich voortdurend aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Als je je zo vaak moet aanpassen, dan geef je het op een gegeven moment op.” Het verschil tussen jonge kinderen en studenten, zegt ze, is dat kinderen afhankelijk zijn en studenten niet. „Die kunnen zelf iets doen aan hun perspectief.” Dat hun energie en motivatie wegzakken vindt ze begrijpelijk, maar „als zij gekieteld worden, kan dat veranderen. We moeten ze ideeën aanreiken om ze te activeren.”

Bij Ruben gebeurde dat. Hij traint nu mee met de zestien- en zeventienjarigen. „De voetbalclub kwam er zelf mee. Ik ben pas een paar maanden achttien, dus ze maken een uitzondering.” De eerste keer dat hij weer op het veld stond, merkte hij dat zijn conditie helemaal weg was. „Ik had de volgende dag overal spierpijn, maar vond het zo fijn om weer te trainen en uitgeput te zijn.”

Er zijn weinig verzetjes voor ze op het moment, sinds de tweede lockdown hebben ze allemaal nog maar weinig contact met leeftijdsgenoten. „Ik zie mijn vrienden bijna niet”, zegt Daan de Glee. „Er mogen maar twee mensen [inmiddels nog maar een, red.] bij je thuis komen, dus ik overleg het met mijn ouders. Als een vriend spontaan op de koffie komt, kan de rest van de familie niemand meer ontvangen. Dat vind ik aso.” Daan woont met zijn ouders en vier zusjes.

Ook Jolene ziet haar vrienden nauwelijks. Haar klasgenoten (de opleiding is in Eindhoven) wonen allemaal ver weg, heel soms ziet ze haar vrienden uit Zevenbergen. „Even samen wat kopen bij de supermarkt en dan weer naar huis. Het is te koud om lang op een bankje te zitten of in het park te zijn.” De gesprekken, een biertje op het terras en dansen op festivals mist ze het meest. „Zonder corona was ik van april tot en met september naar muziekfestivals geweest. Ik had kaartjes voor zo’n tien evenementen.” Vorige week vroeg een vriend van haar of ze zin had om mee te gaan naar spookstad Doel in België. „Een stuk rijden samen en daar rondkijken. Je moet wat verzinnen hè?”

Wat opvalt is dat de jongeren de laatste tijd gelatener overkomen. Afgelopen zomer „baalden” ze van alles wat niet doorging en konden ze zich opwinden over wat ze niet mochten. Nu de stages van Daan en Jolene niet doorgaan, de avondklok ingaat en Jolene wéér niet op bivak kan, reageren ze in de trant van ‘het zal wel’ en ‘ik had niet anders verwacht’. Ruben Poelhekke: „Tijdens de eerste persconferenties zaten we met het hele gezin voor de televisie. Nu volg ik die nieuwsberichten niet meer. Er verandert steeds toch niets voor mij.”

Ook Marga Akkerman valt het op dat jongeren hun greep beginnen te verliezen. „In de ontwikkelingspsychologie wordt voor de leeftijdsfase 18 tot 24 jaar beschreven dat dit een periode is gericht op perspectief, en dat ontbreekt nu. Belangrijk is het besef dat dit tijdelijk is en dat hun ontwikkeling – op allerlei vlakken: opleiding, sociaal, seksueel – straks gewoon weer doorgaat.”

Het is belangrijk dat er bij jongeren en professionals een andere mindset komt, zegt ze: van ‘passief en afhankelijk’ naar ‘wat kan ik zelf doen om mijn situatie te verbeteren?’. Daar ziet Akkerman kansen. Laat jongeren bijvoorbeeld meedenken over een oplossing voor de logistiek rondom het vaccineren, zegt ze. „Studentenverenigingen en universiteiten kunnen hier het initiatief in nemen. Er zijn allerlei knelpunten – wie mogen er eerst en wie kunnen er langer wachten. Studenten kunnen nog out-of-the-box denken, zitten niet vast in voorgekookte patronen zoals ambtenaren op het ministerie. Zet jongeren aan het denken door er een studieproject van te maken. Dat geeft ze ook het gevoel dat ze ertoe doen.”

Korte broeken

Waar hopen ze op dit jaar? Daan de Glee heeft zin in kortebroekenweer. „En dat we naar de sportschool mogen en dat er hopelijk vanaf september colleges op de universiteit zijn.” Ruben Poelhekke wil zodra het kan naar Walibi met twee vrienden. „Dat hebben we een tijd geleden gepland en schuift steeds op.” Jolene wil op bivak. „Een week zonder mobiel overleven in de wildernis. Het is een test voor jezelf, en je leert samenwerken en je groep vertrouwen. Ik heb zin om dat te ontdekken.”

Ruben ziet één voordeel van deze periode: „Normaal was ik minder gefocust geweest op mijn studie.” Daan de Glee: „Door dit coronajaar ben ik maximaal stressbestendig. En ik heb rap leren plannen, dat kon ik aan het begin van het studiejaar nog helemaal niet. Dat geeft ook vertrouwen: als ik het eerste jaar haal, maak ik me geen zorgen meer over de rest van de studie.”

” sourceimage=”https://images.nrc.nl/pUv7dSFR3TBosma6ujGyVx-NKMk=/1280x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data66587194-a525fd.jpg” citylink=”http://nieuwsuitmijnstad.nl/Eindhoven/2021-01-22-165007-de-teleurstelling-van-de-jongeren-is-veranderd-in-gelatenheid/” source=”NRC” ][/sc]

Leave a Reply