2021-02-24 21:13:59 | De 82-jarige die zes weken IC overleefde

[ad_1]

Teade Wouda ontmoette zijn vrouw Doortje op het ijs in 1955. Ze waren zeventien. „In onze jeugd schaatsten we altijd.” Nu zijn ze bijna zestig jaar getrouwd. Drie zoons, twee kleinkinderen. Fries is de voertaal. Elk vrijdag schaatsen ze op de kunstbaan in Utrecht.

Dat laatste mag een wonder heten. Want Wouda kreeg in maart vorig jaar corona. Als een van de eerste Covid-19-patiënten in Nederland werd hij opgenomen in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein.

Doortje had de huisarts gewaarschuwd, omdat hij ziek was, Teade had nog gezegd: „Oh, dat hoeft toch niet.” De huisarts stuurde hem onmiddellijk naar het ziekenhuis. „Ze hebben me gered. Anders was ik nu dood geweest.”

Zes weken lag hij op de intensive care, waarvan vijf dagen in kunstmatige coma en de hele tijd aan de beademing. De plaatsvervanger van de huisarts had eerst gezegd: „De IC? Dat overleeft hij niet.”

Meer dan de helft van de 75-plussers overleeft een IC-opname niet. Van de 334 tachtigplussers die in Nederland afgelopen jaar met Covid-19 op de intensive care werden opgenomen, overleefden maar 119 dat.

Enkele duizenden tachtigplussers die Covid-19 kregen werden niet opgenomen op de IC of niet eens op de verpleegafdeling van het ziekenhuis. Omdat ze het overleefden, thuis of in het verpleeghuis. Of omdat ze het toch niet zouden overleven.

Maar Teade Wouda wel. Hij wordt dit jaar 83.

Het enige dat hij nog weet van de intensive care is dat ze hem er hollend van een afdeling op een brancard naartoe brachten. En dat hij op een gegeven moment zo benauwd was dat het voelde alsof iemand een kussen op zijn gezicht drukte.

Hij had het toen zo zwaar dat hij niet meer wilde leven. „Dat zei ik tegen een verpleegkundige en die zei: ‘Dat moet u maar met de dokter bespreken.’” Later zei hij het tegen een andere verpleegkundige. Zij reageerde anders. „‘U moet blijven leven voor uw vrouw, uw kinderen en kleinkinderen’, zei ze. Zíj heeft me erdoorheen gesleept.”

Eind juli mocht Wouda uit het revalidatiecentrum naar huis. Vier maanden later.

Bloemen uit de tuin

Doortje, ook 82, kwam elke dag op bezoek in het ziekenhuis en zette bloemen uit de tuin voor het raam van zijn unit. Ze was zelf ook besmet maar had er veel minder last van, zegt Wouda. „Ze is een ouwe taaie.”

Ze komen uit Friesland maar wonen in Nieuwegein. Wouda werkte zijn leven lang „in de uitvoering” voor Rijkswaterstaat. Bruggen bouwen en onderhouden op veel plekken in het land.

Veel patiënten houden posttraumatische stress over aan een verblijf op de intensive care. Ze hebben de dood in de ogen gekeken, hadden nergens meer grip op en zeker de oudere patiënten krijgen er vaak een delier. Maar Teade Wouda lijkt er zonder psychische problemen doorheen te zijn gekomen.

Sinds zijn thuiskomst traint hij twee keer per week met een fysiotherapeut en beweegt hij zo veel mogelijk. „Na drie weken zat ik weer op de fiets.” Wel moest hij een lantaarnpaal vasthouden om op te stappen omdat zijn linkerbeen nog niet goed functioneert; hij kreeg in het ziekenhuis ook een klein herseninfarct dat zijn linkerkant enigszins verlamde. Inmiddels fietst hij weer. Opstappen gaat nu zonder lantaarnpaal.


En nu schaatst Wouda ook weer, sinds vijf weken, met zijn vrouw. Elke week. Hij is blij dat hij nog leeft. De mensen die moeite hebben met de lockdown en avondklok vindt hij maar slap. De maatregelen zijn toch maar tijdelijk, zegt hij. En: „In de oorlog werd je doodgeschoten als je na de avondklok buiten was.”


[ad_2]

[sc name=”link-naar-bron” sourcelink=https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/24/de-82-jarige-die-zes-weken-ic-overleefde-a4033188]

[sc name=”bronvermelding”]