2020-10-30 00:00:00 | Zachte mannen in ‘78: hun tijd ver vooruit

[ad_1]

Arie de Bruin ligt languit op de grond, geplooid tegen vijf andere mannen aan, die allemaal hun best doen om minstens één hand te laten rusten op zijn rode ribfluwelen broek. Andere handen kroelen in zijn nek – alleen het kruis wordt ontweken bij de aaibewegingen. De Bruin legt uit: „Het maatschappelijke idee dat je maar een beetje voorzichtig moet zijn met waardering over en weer, dat je voorzichtig moet zijn met aanraken, knuffelen en zo – dat is gewoon onzin. Dus ik stel voor dat ik de rest van de tijd besteed aan geknuffeld worden.”

Meer dan veertig jaar na dato liet Andere tijden woensdag enkele leden van de Mannen Radicale Therapie-groep terugkijken naar de beelden die er in 1978 van hun knuffeldichte bijeenkomsten waren gemaakt. „Ik zie de pogingen”, zegt De Bruin nu, „Maar ook de wanhoop erachter. Het is zo bestudeerd. We doen zo ons best.” De mannen probeerden zich uit het keurslijf van de klassieke mannelijkheid te wringen – bevreesd om alleen achter te blijven na de tweede feministische golf.

„Ik ontdek weer hoe ik was als vierjarig jongetje,” zwijmelt een van de radicale mannen – maar precies daar opende zich een kloof met de feministen. „Dat soort mannen? Doei!”, vonnist Opzij-coryfee Ciska Dresselhuys nu. „We wilden met volwassen kerels te maken hebben. Het probleem was dat zij de zachte kant op gingen, terwijl wij steeds harder werden.” Begin jaren tachtig kende Nederland duizend mannenpraatgroepen, een mannentheater en een Twents mannenfestival. Voor een luisterend oor kon de mannenlijn worden gebeld.

De spot die de zachte mannen uitlokten was bijtend, van voorspelbare vijanden als De Telegraaf („Aan het werk, luie donders”), maar ook van de progressieve VPRO. „Ik ben aan de gang gegaan om die hele neukdrang eraf te schillen en die heterostoom van de macho-fluitketel te halen”, zei Kees van Kooten. Hij zocht naar seks „zonder al dat nat”. Aan het slot van de sketch die in zijn eentje deze Andere tijden de moeite waard maakt, riep Wim de Bie wanhopig uit: „Maar het blijft néuken!”

Ook Gerard Ursem, oprichter van de stichting Superman, die onder meer ageerde tegen elpees met ‘schuine’ liedjes, had het zwaar te verduren. Hij werd op straat door vrouwen uitgelachen als zijn buggy ruzie had met een stoeprand. Bovendien zette Sonja Barend hem te kakken voor een miljoenenpubliek. Of hij niet net als zij „lichtelijk ongesteld” werd, wilde ze weten, van al dat geklets in die praatgroepen?

Toen ‘Superman’ protesteerde tegen de verkoop van een T-shirt waarop een in een val vastgeklemde vrouwtjesmuis werd verkracht (een plaatje dat je nu niet snel meer in een winkel zult aantreffen) kreeg de stichting een schrobbering in Opzij. Muizen? Ze konden beter de straat op om mensenvrouwen tegen belagers te beschermen, stelde het blad. „Er was wel een beetje dedain van ons uit”, geeft Dresselhuys toe. „We waren wat hooghartig en niet altijd even leuk.”

Iets vergelijkbaars gold eigenlijk voor mijn eigen reactie op de beelden, bedacht ik, nadat ik was uitgegrinnikt. Want ik kon die jongens decennia na dato wel een stelletje suffe softies vinden, deze mannen waren hun tijd op allerlei punten vooruit.

De collectieve afwijzing van de ‘mannenbeweging’ had een helder gevolg, zo liet deze sterke aflevering van Andere tijden zien: de beweging slaagde er niet in om politiek iets te bereiken. Samen met de knuffelaars werd een reeks relevante politieke kwesties (deeltijdwerk voor mannen, zorgverlof) naar de marge gejaagd – iets waar de Nederlandse maatschappij in 2020 nog steeds niet helemaal van is hersteld.

[ad_2]

[sc name=”link-naar-bron” sourcelink=https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/30/zachte-mannen-in-78-hun-tijd-ver-vooruit-a4017957]

[sc name=”bronvermelding”]

Leave a Reply